27 428 Beleidsnota Biotechnologie

Nr. 238 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 oktober 2012

Conform het verzoek van uw Kamer informeer ik u, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de recent gepubliceerde studie van een onderzoek van Séralini en coauteurs. In de publicatie wordt gesteld dat levenslange blootstelling aan een glyfosaat-tolerante genetisch gemodificeerde maïs (NK603) en/of een commerciële glyfosaat-bevattend middel (RoundUp) leidt tot zeer ernstige ziekteverschijnselen in de Sprague Dawley rat.

De genetisch gemodificeerde maïs (NK603) is sinds 2004 in de EU toegelaten voor import en het gebruik als diervoeder en levensmiddel. Hieraan is een risicobeoordeling voorafgegaan door het Europese voedselveiligheidsagentschap (EFSA). EFSA concludeerde dat de maïsvariant NK603 veilig kon worden toegelaten. Ook de actieve stof glyfosaat is in de EU goedgekeurd na een risicobeoordeling door EFSA en de rapporterende lidstaat Duitsland. Duitsland voert momenteel de periodieke herbeoordeling uit van deze goedkeuring en neemt alle gepubliceerde studies mee. In de loop van 2013 zal dit proces worden afgesloten.

De Europese Commissie heeft op 26 september 2012 EFSA verzocht om een spoedige wetenschappelijke beoordeling van de studie van Séralini c.s. Daarbij heeft de Europese Commissie aan de EFSA gevraagd of de studie nieuwe wetenschappelijke inzichten bevat die aanleiding geven om de eerdere EFSA-risicobeoordeling van de maïsvariant NK603 te herzien. Tevens heeft de Europese Commissie aan Duitsland als rapporterende lidstaat voor de actieve stof glyfosaat met spoed gevraagd om een wetenschappelijke beoordeling van de studie van Séralini. Nederlandse onderzoekers leveren een actieve bijdrage aan de totstandkoming van dit EFSA-oordeel, dat uiterlijk eind oktober gereed zal zijn.

Vooruitlopend op en ondersteunend aan dit EFSA-oordeel heeft het Bureau Risicobeoordeling van NVWA een eerste wetenschappelijke beoordeling uitgevoerd van de publicatie van Séralini c.s. Het bureau heeft hiertoe het frontoffice RIVM-RIKILT Voedselveiligheid betrokken. De uitkomst van een telefonisch overleg op 28 september 2012 met EFSA, Duitsland, Frankrijk, België en Nederland is hierin meegenomen.

Uit deze eerste wetenschappelijke beoordeling volgt dat de gepubliceerde studie qua opzet, uitvoering en rapportage ongeschikt is om een uitspraak te kunnen doen over de veronderstelde effecten. De auteurs leggen verbanden tussen toediening van de maïsvariant NK603 en/of glyfosaat en de effecten daarvan op de ratten die op grond van de proefopzet en de resultaten niet wetenschappelijk onderbouwd zijn. Het volledige oordeel en advies vindt u in bijlage 1 1).

Nederland zal het oordeel van de EFSA afwachten, die uiterlijk eind oktober gereed zal zijn. Op basis van het EFSA-oordeel zal de Europese Commissie besluiten of een herbeoordeling van de maïsvariant NK603 en/of de actieve stof glyfosaat aan de orde is.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

1) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven